Omroep Lingewaard

Een huppelende pioenroos…

Het moet een heerlijk gevoel zijn, wanneer je na een lang verblijf buitenshuis bij thuiskomst verwelkomd wordt met een vaas vol geurende pioenrozen. Een beter bewijs van welkom is er nauwelijks. Twee dagen mochten ze prijken zonder bewonderd te worden, maar bij het betreden van de welriekende huiskamer waren de veel kleurige lofuitingen niet van de lucht. Een verwisseling met tonrozen mocht de pret niet drukken. Het tevredenheidsgehalte was er niet minder om. Nou zijn deze prachtproducten van Moeder Aarde en zijn kompaan-schepper, de kweker, niet de langstlevende van al het florarijk, maar als ze het zo’n twee weken volhouden, kun je toch maar mooi even genieten van zulk een schoonheid. Ook aan die pracht komt een einde, gedoemd als alles tot een gegarandeerd onvermijdelijk neergang.

De afweging, of het nog eerlijk is het leven te laten voortbestaan of de Kliko uit te nodigen dan wel te verplichten tot althans de voorlopige rustplaats, slaat na rijp beraad de weegschaal door naar een vernederende verwijdering. Alles heeft per slot een begin en dus ook een eind.
Voor de teloorgang zijn vertegenwoordigers van drie generaties onbedoeld als lijkbezorgster bij het afscheid aanwezig. There is no return, dus wordt de laatste reis naar de verbrandingsoven in gang gezet. Zo gewoon geraakt aan deze trieste gang, wordt er, o ondankbare schepsels, geen traan gelaten. De bloemen weten hun taak vervuld en zullen, naar ik denk, geen tweede leven in een gerecycelde vorm meer gaan beleven. Compost zal als enige mogelijkheid nog een nieuwe aanzet voor de nakomende generatie kunnen betekenen, maar dat is het dan helemaal. De vaas wordt ook niet bedankt voor de degelijke medewerking na gedurende twee hele lange weken een onderdak te hebben verleend aan een tiental florisante woningzoekenden en is middels een grondige schoonmaakbeurt weer in de wachtstand gedirigeerd, verlangend naar een volgende bewoner. Bij dit toch intens droevige ceremonieel veroorzaakt een verstekeling plotseling een hels gegil onder het trio uitvaartverzorgsters.

Nog napratend over de geëmotioneerde bijeenkomst zien ze een grasgroene kikker te voorschijn komen vanuit de al tot afval gedegradeerde rozen. Grote paniek om zulk een speling van de natuur. Het beest had de bloemen twee weken gezelschap gehouden Het onnozele, zich van geen kwaad bewuste beestje joeg zonder kwaken tweederde van de omstanders subiet uit de kamer en constateerde na enige seconden, dat zijn gezelschap tot één gereduceerd was.
De eerste poging het wicht te vangen en aan de tuin toe te vertrouwen mislukte. De sprong op amphibiewereldrecordhoogte belandde in het gezicht van de vertegenwoordigster van de jongste generatie, aleer de opgejaagde kwelgeest zich liet vangen. De derde poging had het gewenste effect en het huis was bevrijd van de zo stiekem binnen- geslopen ongeziene verstekeling. Blijft de vraag, of bloemen zich bij het vermenigvuldigen om kunnen toveren tot kikkers of juist andersom.

Die vraag is bij kippen en eieren ook nog nooit beantwoord, dus troost je met de gedachte, dat deze pioenkikker vanaf nu ons heeft aangezet tot een nieuw en eeuwig heen en weer geredeneer, of heeft Linnaeus er posthuum naast de pioen- en de ton-roos een kikkerroos in zijn flora-album bij te vermelden gekregen.

De Klepperman.