Omroep Lingewaard

De carnavalsvierder in de kerk en daarbuiten…

De kleurechte kameléon

Het hele circus rond het fenomeen carnaval in Huissen heeft me ook dit jaar weer helemaal overtuigd van de reeds verworven wetenschap, dat onze stad een enorm spectrum aan cultuuruitingen rijk is, een variëteit bijna zonder weerga.
De dragers van die cultuur verkleuren als een gedreven kameléon, passen zich moeiteloos aan aan het moment en de omgeving. In de stromende regen staat een bont gezelschap carnavalvierders helemaal in stijl in de serieuze rol van het moment in competitie met De Bevelanders het “Wees gegroet, o Sterre” te zingen, gaat vromer dan vroom een waxine-lichtje offeren aan de gratieuze schepping van Kees Berendsen in het door Fons Holland en de zijnen gekalefaterde onderkomen.
Binnen minder dan een half uur beleeft een stampvolle kerk de wedergeboorte van de Carnavalsmis en laven de aanbidders van Lucas Bols met of zonder zonen zich aan de geestelijke bronnen, waarna het hele circus zich verplaatst naar het heilige der heiligen onzer democratie, waar de politieke hogepriester vanaf de kansel in een twintigminutendurende “buut” met alles en iedereen, maar vooral de raadsleden de vloer smetteloos schoon veegt.
Alle schroom wordt afgelegd als er in soms hoogstaande creaties nog eens openhartig wordt beleden, wat er in onze nog altijd zelfstandige gemeente aan politieke dan wel anderszins practische zaken wordt beleefd.
De optocht vaart er wel bij. Ieder referendum is overbodig, verkiezingen kunnen worden overgeslagen. Drie dagen zijn de maskers af en komt de ware aard boven. De grondkleur blijkt nog altijd aangenaam degelijk en met het “askruuske” op woensdagavond is de maskerade weer voor bijna een jaar helemaal compleet.

Carnaval
Huissense carnavalsvereniging De korte boks, 1962.

Piet Driessen (DNK, 22/2/1996 herh.19/2/1998)