Het heeft nogal wat voeten in de tuinaarde gehad, eer de Huissense bloemenmarkt het vaste stekkie kreeg.
Het aantal carnavalsgekken in Huissen is ontelbaar, zo laat ons de instandhouder van het zottenrijk al zo’n veertig jaar weten, maar hoe groot het aantal hortofielen in Huissen is, kan bij een steekproefsgewijze navraag slechts bij benadering worden vastgesteld. Zaterdag was weer toogdag en steeds minder behept met schaamtegevoel hadden ze hun samenzijn open en bloot in het stadscentrum belegd. Smachtend naar bevrediging van hun hortofiele gevoelens togen ze met honderden naar de plaats, die eens wereldse heiligheid uitstraalde. Geen achterbaks gedoe, nee iedereen wilde het weten: hortofilie is een normale zaak, niet geëigend om in verdomhoekjes te worden weggemoffeld.
Zonder schroom werden alle attributen meegedragen naar het “forum florarum” in vroeger tijden beter bekend onder de naam “domus hortofiliorum” (= huis van de hortofielen). De deelnemers waren wel onaangenaam verrast over de plaats van de bijeenkomst.
Jaren was de Markt ontvanger, daarna werden de nevenverschijnselen der hortofielen naar achter de dijk verbannen om de laatste jaren “Sancta Maria” als tijdelijke buur te moeten dulden. Het ambulante gezelschap was dit jaar op de plaats van straks de raadzaal neergestreken en ontving met veel begrip de hortofiele Huissenaren. Zelfs signaleerden we mensen van buiten. De hortofilie heeft zich de laatste jaren aangenaam uit het verdomhoekje geworsteld. Goeroe Hanneke denkt haar stekkie gevonden te hebben, maar donkere tekenontwerpen pakken zich samen boven de hortofielenorganisatie. Waar mogen ze volgend jaar innig bijeenzijn in hun veelkleurige uitmonstering? Op de vraag of hortofilie erfelijk is, kan ik volmondig ja zeggen. Hanneke nam het (zonder hoed overigens) naadloos over van Jeanette!
Piet Driessen (DNK, 11/5/1995)