(Bijna) 75 jaar geleden is het alweer. De bevrijding van ons mooie Nederland. Daar waar het ene deel van het land eind 1944 al in vrijheid kon leven, moest het andere deel nog wachten tot het voorjaar van 1945 totdat ook zij onder de bezetting van de Duitser uit kwamen.
Nu zijn ze nog wel her en der te vinden. Mensen die deze gruwelijke tijd nog bewust hebben meegemaakt, maar over een tijdje zullen ook zij er niet meer zijn om ons de verdrietige, bizarre, heldhaftige verhalen uit eerste hand te vertellen.
Nu we ,vooral hier in de buurt, vol in de herdenkingen zitten rondom Market Garden en de Slag om Arnhem bijvoorbeeld dwalen mijn gedachten weer wat vaker af naar de verhalen die mijn oma vroeger vertelde over de oorlog, de evacuatie en alle ellende die hiermee gepaard ging. Urenlang kon ze erover vertellen. Zeker als we met een cassetterecorder bij haar gingen zitten om haar voor een werkstuk over WOII wat vragen te stellen. De korte antwoorden gingen al snel over in hele belevenissen waarbij de pijn en angst duidelijk in haar stem te horen waren. Er vloeiden tranen en ook mijn opa werd erbij betrokken maar zijn enige antwoord op de vraag “Wit gij da nog, Jos?” was een hoofdschuddend “Wat een toestand.” Of hij daarmee de oorlog bedoelde of het feit dat mijn oma zo overstuur was, dat werd ons niet helemaal duidelijk.
Wat wel duidelijk werd was het feit dat als de oorlogstijd eenmaal in een mens zit deze er nooit meer uit helemaal gaat. Dat eenieder de dingen die ze in de oorlog mee hebben meegemaakt op zijn of haar eigen manier verwerkt. De één praat er veel over of schrijft het op terwijl de ander er het liefst over zwijgt. De één probeert het een plaatsje te geven voor zover het kan terwijl de ander altijd vol woede en wrok blijft zitten.
In al die jaren dat ik hier nu op de ze aarde mag rondlopen heb ik de verschillende manieren inmiddels allemaal wel meegemaakt.
Daar waar mijn ene grootouder veel over de oorlogstijd vertelde en er aan refereerde, zweeg de andere grootouder over de diepe wond die deze tijd had geslagen in zijn leven. Mijn opa verloor tijdens het “vergisbombardement” in oktober 1944 in de Rijnstraat in Doornenburg zijn toenmalige zwangere vrouw en zijn dochters. Terwijl hij met de jongens weg was voor een boodschap viel er een bom, bedoeld voor de Duitsers, in de Rijnstraat. De buren die de schuilkelder in waren gevlucht verdronken daar. Door de inslag liep de kelder vol water, terwijl ze er niet meer uit konden ontsnappen. Van de vrouw en dochters van mijn opa moesten ze de lichaamsdelen bij elkaar zoeken. Het schijnt dat mijn opa in de periode na het fatale moment zelf ook nog lichaamsdelen van zijn dierbaren vond. Wat een verschrikkelijke ervaring moet dat zijn geweest.
Hoewel we allemaal wel ongeveer wisten wat er die dag was gebeurd heeft mijn opa er nooit over willen praten met ons. Toen zijn zoon (die destijds met mijn opa weg was voor een boodschap) door de Historische kring werd gevraagd het hele verhaal te vertellen, heb ik pas echt kunnen lezen wat er zich die tijd precies heeft afgespeeld. Tranen liepen me over de wangen bij het lezen van de gruwelijke details. Ik kan heel goed begrijpen dat mijn opa altijd zweeg over die tijd. Al had ook hij er cassettebandjes vol over kunnen vertellen, hij koos ervoor om dit leed alleen te dragen.
De verhalen van mijn oma en mijn opa en dat van vele anderen moeten dan ook verteld blijven worden. Alleen zo zullen we er blijvend aan herinnerd worden dat vrijheid nooit een vanzelfsprekendheid mag zijn. Met het koor en de historische kring zijn we inmiddels druk bezig met de organisatie van een groot bevrijdingsconcert dat we op 3 en 4 April willen gaan geven. Ook wordt er een fietstocht op touw gezet welke langs de voor Doornenburg belangrijke oorlogsplaatsen leidt. Hier kan men de verhalen horen en beleven die deze plaatsen tekenen. Deze wordt 2 oktober door de basisschool leerlingen van de bovenbouw gereden en kan op 5 april door eenieder die dat wil afgelegd worden, één van deze plaatsen is dus de Rijnstraat. Daar waar de bom viel die zoveel levens verwoestte.
Vrijheid is een werkwoord. Het mag nooit een vanzelfsprekendheid worden. We zullen er hard aan moeten blijven werken om er op de juiste manier mee om te gaan en ervoor te zorgen dat we niet ongemerkt de fouten die we in het verleden maakten weer opnieuw begaan.
Opdat wij nooit vergeten.