Vorige week had ik het over chauvinisme. Het trotste gevoel dat je soms kunt hebben bij een goede prestatie van een dorpsgenoot, een bekende of een medelander. Ik deel dan in de vreugde en het geeft me energie.
Afgelopen zaterdag kwam ik er dan ook niet onderuit. Het songfestival met “onze eigen” Douwe Bob. Om 21u zat iedereen startklaar voor de tv. Tijdens de halve finale van de dinsdag ervoor was me al duidelijk geworden dat het ook nu vooral weer een avond zou gaan worden van lasbril op en verstand op nul. En werd inderdaad weer een enerverend avondje. Daar waar het vroeger nog echt om het lied ging en vals zingen een no-go was, draait het de laatste jaren vooral om wie het grootst uitpakt vooral wat betreft het visuele. De meeste outfits deden me denken aan een episode van Starwars en de acts om het lied heen maakte me soms duizelig. En dan het stemmen , ook al was de opzet ervan dit jaar anders, het bleek nog steeds een politiek spelletje te zijn, waarbij de gunfactor hoogtij vierde.
Het lijkt wel een beetje op hoe wij tegenwoordig leven. We vliegen van hot naar haar op ons eigen podium, moeten aan alles denken, een passende outfit hebben voor elke gelegenheid en willen we opvallen tussen alle anderen dan zullen we nog grootster uit moeten pakken. Tussen de bedrijven door moeten we ook nog zorgen dat de zangkwaliteit er niet onder lijdt. We proberen naarstig een wereldje van mensen om ons heen te bouwen die ons door dik en dun steunen nomather what. Onze raderen draaien onophoudelijk. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week
Het slow down van Douwe Bob was niet alleen op het songfestivalpodium een verademing. Ook in ons dagelijks leven zouden we eens wat vaker de rust en de tijd moeten nemen voor de dingen, en voor de ander. Veel gaat langs ons heen omdat we vaak te druk zijn met zaken die moeten en als we dan even rust hebben pakken we meteen onze smartphone en duiken we in ons eigen wereldje en vergeten daarbij vaak de dierbaren om ons heen
Ik maak me er zelf ook schuldig aan. Zelfs tijdens het songfestival. Het was vermakelijk om twitter te volgen en te lezen wat anderen over de acts te zeggen hadden. De ene tweet was nog kostelijker dan de ander. Zo worstelde ik me door de lange avond van zesentwintig liedjes, diverse optredens ter tijdvulling en de ellenlange puntentelling heen. Teleurgesteld over de uiteindelijke elfde plaats van Douwe Bob was ik niet echt. Mijn gevoel zei al dat het geen top tien zou worden. Lang stond Australië bovenaan.
Een niet Europees land dat het EUROvisie songfestival wint? Dat zou er bij mij niet in zijn gegaan. Voor je het weet doen ze nog mee aan het EK voetbal. Nee dan toch maar een beetje chauvinisme wat betreft ons eigen werelddeel.
Uiteindelijk scoorde “rustig aan” doen niet echt. Nee, het werd al snel duidelijk dat als we echt willen presteren het dan blijkbaar toch op snelheid moet. Een dag na het songfestivalgeweld zorgde “onze eigen” Max voor de eerste Nederlandse overwinning ooit in de formule één. Grote mannen huilden, Nederland juichte en zelfs de meeste fervente tegenstanders van de autosport voelden toch een soort van trots. De verbazing van velen dat “het allemaal zo snel was gegaan met Max” kon ik niet helemaal plaatsen daar het toch juist de bedoeling van deze tak van sport is bedacht ik me met een knipoog.
Al met al was het een hectisch weekend met genoeg stof tot nadenken waarbij ik concludeer dat er misschien wel te leren valt uit deze tegenstrijdigheden.
Soms moeten we even niet ver…stappen maar een pas op de plaats maken. Eventjes helemaal leven in het moment en terwijl we dat doen is het de kunst om te proberen het maximale uit dat ene slow down moment te halen. Live life to the Max. Best lastig maar het moet te doen zijn. Zelfs (of misschien wel juist) als we ons over de Lingewaardse dijken bewegen hihi.
Een fijn weekend met veel slow down momentjes gewenst
Joyce Derksen