Zoals al eeuwenlang het geval is, trekt ook dit jaar de Huissense Umdracht door de versierde straten in het centrum van het stadje. Dit jaar gebeurt dat uitzonderlijk vroeg, op zondag 29 mei. Dat is de eerste zondag na Sacramentsdag, een dag die in landen als Duitsland, Oostenrijk en Spanje nog steeds als een nationale feestdag geldt. In Nederland is dat niet meer het geval, sinds de werkgevers begin vorige eeuw daartegen in opstand kwamen.
De processie start 29 mei om ongeveer 11.00 uur, na de plechtige hoogmis vanuit de Huissense parochiekerk. Predikant is de Utrechtse hulpbisschop Th. Hoogenboom. Na afloop van de Sacramentsprocessie is er een lof.
De Huissense Umdracht is doorspekt met tradities en symboliek. Zo wordt het gildenkanon gebruikt als een communicatiemiddel uit vroegere tijden. De knal gaf aan wanneer de stoet weer in beweging kon komen. De straat was vroeger min of meer een open riool. Met wierook werd de stank verdreven en het ‘sträöisel’ bedekte het straatvuil. De vier altaren langs de route symboliseren jeugd, volwassenheid, ouderdom en de dood. Om die reden staat het laatste altaar bij de ingang van het oude kerkhof. Een bijzondere rol in het geheel is weggelegd voor het St. Laurentius- en het St. Gangulphusgilde. Zij begeleiden in hun kleurrijke historische kostuums de bedetocht, terwijl de beide gildekoningen samen met de burgemeester achter de monstrans lopen.
Het sacrament van de eucharistie is een van de meest wezenlijke verschilpunten in het geloof tussen katholieken en protestanten. Dat leidde 450 jaar geleden tot het begin van de Beeldenstorm. Terwijl de Sacramentsprocessie door de straten van Antwerpen trok, probeerden protestanten zich op 13 juni 1566 meester te maken van de kathedraal. In de loop der jaren zijn er rond de processie ook in Huissen soms spanningen geweest tussen beide geloofsgemeenschappen, maar daarvan is zeker de laatste eeuw niets meer te merken. De Umdracht is een plechtig gebruik geworden, dat zeker als de weersomstandigheden meewerken, veel publiek trekt.