Stom toevallig, omdat ik een langere regeerperiode van koning Thialf verwachtte, ging ik deze week op zoek naar door velen verfoeide en geminachte – door anderen hooggeprezen – houten onderdanen en ongewild filosofeerde ik over het met houten schoen geduide duo.
De eerlijkheid gebiedt, dat het eerstgeboorterecht bij de klomp ligt en dus ware het beter te spreken van leren klompen als men schoenen duidt. Mijn jeugdige voeten werden gedragen door bij de lokale maker aangeschafte linker en rechter.
Bij thuiskomst werd als eerste een ijzeren band om de kap bevestigd, om scheuren ervan te voorkomen. Uiteraard bezat ik geen geschilderde klompen vanwege het kostenaspect en had de modder op de vele nog niet geplaveide wegen en paden de maagdelijke blankhouten kleur aangetast, dan werd de kalkvoorraad aangesproken.
Geschuurde dan wel wit gekalkte klompen op het droogrek waren de allerbeste reclame voor de properheid van de vrouw des huizes. Het warmteaspect werd nog vergroot door klompsokken en op school wachtte het duo onder de kapstok keurig en gedwee de schoolse activiteiten af en gaf al die tijd de honneurs over aan de schoolsloffen.
Klompen betekenden veel in de maatschappij, zoveel zelfs dat de mensen er nu nog de mond vol van hebben. Wat slordig, dat de klomp zou breken en niet de kap, maar het tekent wel het summum van verwondering.
Dat de houten onderdaan vooralsnog niet het loodje legt, kun je op de klompen aanvoelen en tot geruststelling van de geachte lezer, wil ik het mogelijke verschil van mening daarover niet met de klomp beslechten. Een groot verlies is wel, dat we onze kleintjes niet meer de klomp, maar de schoen laten zetten. Maar ik voorspel een revival!