Tijdens mijn werk voor de thuiszorg in onze mooie gemeente kom ik bij mensen van allerlei pluimage. De meesten zijn uiteraard een aantal jaartjes ouder dan ik (“ach kiend gij kom pas kíeke”). De één heeft zijn hele leven hard moeten werken waardoor zijn of haar lijf aan slijtage onderhevig is en er dus veel zorg nodig is, terwijl de ander “slechts” wat last heeft van vocht in de benen en alleen een steunkousmomentje vergt. Sommigen zijn nog goed bij de pinken en laten zich de kaas niet van hun brood eten terwijl anderen naarstig op zoek zijn naar mensen en dingen die al jaren geleden uit hun leven zijn verdwenen.
Wat deze mensen allemaal gemeen hebben is dat ze thuis wonen en hulp krijgen om hun leefsituatie zo lang mogelijk in stand te houden.
Zo hebben we bijvoorbeeld een cliënt in zorg die geestelijk steeds verder achteruit gaat. Haar hondje is veel te dik omdat ze niet weet dat hij al gegeten heeft en ze daarom gewoon keer op keer het voerbakje vult als deze leeg is, alle briefjes van de familie over de maximale hoeveelheid die het beestje per dag mag hebben ten spijt. Ze kookt nog zelf eten, dat nog weleens aanbrandt, en als ik er ben kan ik keer op keer dezelfde vragen verwachten. “Moet jij helemaal van Doornenburg komen om mij te verzorgen? “ en “Ben ik de laatste van vanavond of moet je er na mij nog meer? “
Soms vraag je je weleens af hoe lang dergelijke situaties eigenlijk door kunnen/moeten/mogen gaan. Wanneer is iets schrijnend genoeg zodat er gekeken kan worden naar een betere oplossing dan thuis blijven wonen totdat men er soms letterlijk dood bij neervalt.
Afgelopen week kwam ik bij iemand die de krant zat te lezen, het bericht tegen over de twee schilderijen van Rembrandt. Ik dacht meteen : hoe moet het voor zorgvragers in nood zijn om te horen of te lezen dat er een strijd gaande is tussen Frankrijk en Nederland over de aankoop van deze werken die tezamen maar liefst 160 miljoen Euro moeten gaan kosten, met de kanttekening dat het rijk de helft van dit bedrag zegge TACHTIG! Miljoen euro zal gaan bijdragen om de doeken weer terug naar Nederland te halen.
Volgens mensen die er verstand van hebben zouden deze werken van onschatbare waarde zijn. Onschatbaar?? Terwijl de waarde op 160 miljoen euro is vastgesteld?! Beetje vreemd. Ik ben natuurlijk geen kunstkenner maar ik weet wel dat de 80 miljoen euro die het rijk bereid is bij te dagen een hoop geld is en ook mij irriteert het dat er zo gemakkelijk gedaan wordt over zo’n grote uitgave terwijl er genoeg probleemsituaties in ons land gebaat zouden zijn bij slechts een fractie van dit bedrag.
Naar mijn mening is juist onze gezondheid van onschatbare waarde. Extra pijnlijk is ook nog het feit dat er zoveel geld mee gemoeid is om dit echtpaar kostte wat kost bij elkaar te houden terwijl in de huidige maatschappij echtparen zonder pardon worden gescheiden wanneer één van hen nog “te goed” blijkt te zijn voor het verpleegtehuis.
Deze week las ik in de nieuwsbrief van mijn werkgever het volgende bericht:
“Wordt onze zorg die we aan klanten leveren volledig vergoed?
Een belangrijke vraag waar veel organisaties op dit moment mee worstelen. We zien aan onze cijfers t/m juli dat we voor heel 2015 circa 1 miljoen euro meer aan zorg gaan leveren dan we met de zorgverzekeraars hebben gecontracteerd. (we mogen als organisatie geen klanten weigeren) We merken ook dat vooral nieuwe klanten voor een zwaardere indicatie in aanmerking komen. Verder constateren we dat bestaande klanten naar aanleiding van de gesprekken weliswaar iets meer zelf organiseren, echter dat heeft een geleidelijk effect.
Als we geen extra budget van de zorgverzekeraars krijgen, zullen we het bedrag van 1 miljoen euro zelf moeten financieren. Dat zou betekenen dat we de rode cijfers in duiken. Jullie begrijpen dat we alles op alles zullen zetten om extra budget van de zorgverzekeraars beschikbaar te krijgen. Op landelijk niveau is er ook extra budget beschikbaar gesteld, namelijk 90 miljoen euro. Dit is helaas niet zoveel als alle zorgorganisaties hebben berekend dat nodig is. Het benodigde bedrag is namelijk 240 miljoen euro. We hebben dus met een grote onzekerheid te maken en met grote gevolgen als we er niets of te weinig bij krijgen.
Als blijkt dat we niets of te weinig vergoed krijgen, dan moeten we voor 2016 heel kritisch kijken naar onze doelen en investeringen. Ik vind het erg jammer en zeer vervelend dat wij allen in Nederland geconfronteerd worden met het weinig doordachte beleid van de overheid en verzekeraars. Als je de verzorgingshuizen wilt afbouwen en mensen langer thuis wilt laten wonen, dan kun je op je vingers natellen dat je voor de thuiszorg meer budget nodig hebt dan het jaar daarvoor. Als je ons zorgstelsel wilt veranderen dan zal je juist extra middelen nodig hebben om deze verandering teweeg te brengen. Dit signaal geef ik op lokaal, regionaal en landelijk niveau met regelmaat af. Dat zal ik blijven doen, ondanks het feit dat ik nog geen verandering constateer.
Ik wens ons allen veel succes met deze uitdaging.”
Ik ben normaal niet zo van het citeren maar dit bericht kwam wel even binnen. De Nederlandse “verzorgingsstaat” verkeert al jaren in een zorgelijke staat. De bankrekeningen van de zorgverzekeraars zijn alleen maar gegroeid sinds het invoeren van de marktwerking en de burger moet meer en meer zelf gaan betalen. In dit geval is het ook voor een niet-kunstkenner GEEN KUNST om te zien dat dit nooit lang goed kan gaan en dat er iets gruwelijk fout is in ons mooie Nederland. We raken langzaam maar zeker verstrikt in een web van intriges en eigenbelangen over de rug van de zwakkere en veelal machteloze medemens.
Ondanks alle sombere berichten en de teloorgang van onze verzorgingsstaat zal ik me tegen beter weten in met hart en ziel blijven inzetten voor de mensen die onze zorg zo hard nodig hebben.
Op de vraag “Moet jij helemaal van Doornenburg komen om mij te verzorgen en ben ik de laatste?” antwoord ik dan ook steevast met een glimlach:
“Ja u bent de laatste en ik heb maar liefst 4 km moeten rijden om van het verre Doornenburg naar hier te komen maar dat geeft helemaal niks want ze hebben het beste duidelijk voor het laatst bewaard.”
Fijn weekend allemaal
Joyce Derksen