Heeft u ze al gespot? De Ransuilen op de Claushof in Huissen?
Onze fotograaf heeft gisterochtend getracht wat foto’s te maken. Maar het was kennelijk te vroeg voor de dames en heren. Er zaten er genoeg in de boom, maar allemaal in diepe rust. Even werd er één wakker die toch even in de lens keek, om vervolgens weer verder te tukken
Het is een komen en gaan van belangstellenden. Van telelenzen tot mobiele telefoon, de Uilen trekken veel bekijks. Zij trekken zich niets aan van de drukte. Ze blijven lekker zitten en slapen rustig door.
Herkenning
De ransuil is iets kleiner en oogt slanker dan de bosuil. Opvallend zijn de lange, vaak omhoog gerichte oorpluimen en de oranjegele ogen. Hij komt voor in diverse landschapstypen waar open veld aanwezig is met voldoende veldmuizen. De ransuil broedt veelal in oude nesten van eksters of kraaien. ’s Winters verzamelen ransuilen zich in groepen, vlakbij gunstige voedselgebieden.De bovenzijde van het verenkleed is geelbruin en gemarmerd, als ‘boomschors’. De onderzijde is licht roestgeel met donkere lengtestrepen. Bij gevaar of verstoring drukt de uil de veren tegen het lichaam en steken de oorpluimen omhoog. De lichaamsvorm is dan lang en dun. Dan valt ook de contrastrijke, ronde gezichtssluier op. In rust hangen de veren losjes langs het lichaam. De poten zijn bevederd
Rode lijst
De ransuil staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als ‘kwetsbaar’. Bescherming van deze soort hangt nauw samen met de wijze van landbouw. De ransuil is sterk afhankelijk van veldmuizen. Van nature maken die een drie- tot vierjarige cyclus door. In een piekjaar van veldmuizen brengt de ransuil veel jongen groot. Door intensieve landbouw zijn deze natuurlijke cycli nagenoeg verdwenen. Verder is het van belang geschikt leefgebied in stand te houden zoals open groene vlaktes, hagen en houtwallen. Voor nestgelegenheid zijn ransuilen sterk afhankelijk van eksters en kraaien.
(bron: Vogelbescherming.nl)