Column Joyce Derksen
Zomaar een donderdagavond op de bank. Terwijl ik met een half oog de verrichtingen van de Nederlandse mannen tegen de stugge Noord-Ieren volg, geniet ik met mijn andere oog van mijn kinderen die samen bezig zijn om bij zoonlief de Engelse woorden voor de toets erin te stampen. Het zijn niet zulke moeilijk woorden, dus de meeste kan ik zo mee opdreunen. “Gelieve dat niet te doen, mam.” zegt dochterlief met nukkige stem vanachter het boek terwijl de volgende zin wordt voorgelezen. “Deze meisjes houden van boeken lezen”, vertaal, “houden van”. Tot mijn verbazing moet zoonlief even nadenken. Net iets te lang naar mijn zin dus floept bij mij het woordje “love” eruit. “Mam!!” klinkt het nu wat bozer. “Ik vind het kaulo vervelend als je dat steeds doet. En bovendien is het niet “love”, maar “enjoy”,
Kaulo. Dit woord wordt hier inmiddels zo vaak gebruikt dat ik een tijdje geleden ook maar eens even de betekenis ervan gegoogled heb. Het komt uit het Surinaams,van oorsprong betekent het “rot” of “poep” maar door de jeugd van tegenwoordig wordt het in vrijwel iedere zin die aangeeft dat iets heel erg of heel veel is, gebruikt. De één begint er ergens ooit een keer mee en voor je het weet wordt het een vast stopwoordje onder de scholieren.
Als ouders moet je natuurlijk wel een beetje op de hoogte blijven van dit soort nieuwe woorden en de veelgebruikte afkortingen in appjes en berichten want voor je het weet snap je niet meer wat ze bedoelen en dan wordt het je flink onder de neus gewreven dat je nu toch echt oud aan het worden bent.
Dus ook ik blijf leren iedere dag weer, al heb ik me in mijn dagelijkse leven en op mijn werk altijd goed kunnen redden met de woordenschat die ik al jaren bezit. Dit geldt blijkbaar niet voor iedereen. Ik las laatst een bericht dat het in de toekomst gewenst is dat alle thuiszorgmedewerkers die huishoudelijke zorg verlenen de Nederlandse taal goed beheersen. Het blijkt nu nog vaak zo te zijn dat de communicatie tussen cliënt en medewerker vastloopt omdat men niet dezelfde taal spreekt. Stiekem beeld ik me in hoe het zou zijn als ik mijn zoon of dochter een dagje op pad zou sturen om huishoudelijke klusjes te gaan doen bij mensen die nog heerlijk ouderwets dialect spreken. Ik zou graag hun verbaasde gezichtjes zien als er gevraagd wordt om de schotteslet in de was te doen en de kruimels op te ruimen met een stofvèrreke in plaats van met de huulbessem.
Tijden veranderen, zo ook de taal. We moeten het er maar mee doen. Op veel gebieden lopen de dingen vaak spaak omdat men elkaar niet begrijpt of niet wil begrijpen omdat men letterlijk maar vaak ook figuurlijk dezelfde taal niet spreekt en dat zal wel nooit veranderen.
Inmiddels heb ik de laptop gepakt en ben ik naar lasminute weekendjes weg aan het zoeken. “Heb je de laptop nog lang nodig?” vraagt dochterlief. “Ik heb namelijk nog f#cking veel huiswerk en moet ook nog een boekverslag maken.” Ze zucht. “Nog heel even zeg ik, pap heeft net te horen gekregen dat hij toch een vrije dag heeft gekregen, dus we kunnen een paar daagjes weg.” “Lekker pik”, zegt ze tegen haar vader, terwijl ze naast me op de bank ploft, “wat gaat het worden?”
Samen kijken we naar de mogelijkheden, terwijl ik in mezelf moet lachen. Lekker pik? Het zal wel nooit helemaal wennen dat taaltje van de jeugd. Maar dat geeft ook helemaal niet. Ik blijf hoe dan ook kaulo veel van ze houden.
Fijn weekend allemaal.