De standaardbehandeling die in Nederland aan baby’s en kinderen wordt gegeven om erachter te komen of ze een koemelkallergie hebben, is de provocatietest. Een kind krijgt dan één tot twee dagen lang in het ziekenhuis verschillende voedingsmiddelen te eten of drinken, waarbij in de één wel koemelk zit en in de ander niet.
De test is vermoedelijk bij weinig kinderen en hun ouders populair, niet alleen vanwege de tijdsduur, maar vooral vanwege onderliggende spanning: wanneer volgt er een allergische reactie? Die wordt immers actief opgewekt om de diagnose te kunnen stellen. En is het bij een lichte allergie misschien nog tot daaraan toe, in Nederland wordt elk jaar bij zo’n 1.000 baby’s en jonge kinderen een ernstige koemelkallergie vastgesteld. Krijgen zij koemelk binnen, dan kunnen ze binnen een half uur last krijgen van huiduitslag, vochtophoping, braken en diarree.
Ruim 7 ton voor landelijk onderzoek in het kader van de regeling “Veelbelovende Zorg”
Kan zo’n diagnosestelling niet patiëntvriendelijker? Het antwoord daarop is zeer vermoedelijk ja, via de Basofiele Activatie Test (BAT). Deze test houdt de belofte in dat afname van slechts een kleine hoeveelheid bloed voldoende is om een koemelkallergie op te sporen. Met ruim €700.000 subsidie van Zorginstituut Nederland en ZonMw start in 2021 een studie die moet aantonen dat de BAT even effectief is als de voedselprovocatietest. Terwijl nu al vaststaat dat het patiëntvriendelijker is.
,,En bovendien goedkoper,’’ zegt klinisch chemicus Janneke Ruinemans – Koerts, die vanuit Rijnstate het onderzoek gaat leiden. Staat de effectiviteit straks vast, dan kan de BAT via de basisverzekering vergoed worden als effectieve test om koemelkallergie op te sporen.
Als laboratoriumtest is de BAT inmiddels al zo’n 25 jaar oud, maar blijkt pas sinds ongeveer 5 jaar uitermate geschikt om koemelkallergie op te sporen. Ruinemans: ,,In Rijnstate is de test al langer gevalideerd en daarmee goedgekeurd voor dit doel. Dankzij de toekenning via de Subsidieregeling veelbelovende zorg, lukt het ons nu om op landelijke schaal te onderzoeken of de BAT tenminste even effectief en veilig is als de standaardbehandeling: de voedselprovocatietest. De verwachting is dat dat zeker het geval zal zijn.’’
Grote behoefte aan nieuwe test
In totaal doen 17 ziekenhuizen mee aan het onderzoek naar de BAT-test, en zal de patiëntengroep (inclusief controlegroep) bestaan uit 700 kinderen tussen de 0 en 12 jaar. Ook verschillende artsenverenigingen en twee patiëntenorganisaties zijn nauw bij het onderzoek betrokken: de Stichting Voedselallergie en het Nederlands Anafylaxsis Netwerk.
Een paar jaar geleden deed ik mijn verhaal over de BAT als alternatief voor de voedselprovocatietest al aan een zaal met patiëntenvertegenwoordigers. ‘Hoe snel is-ie er?’ was toen de meest gehoorde reactie,’’ zegt Janneke Ruinemans – Koerts.
,,Rijnstate is blij met dit onderzoek en de rol die we hierin als Topklinisch Ziekenhuis samen met de Universiteit Wageningen vervullen. Deze test is een relatief makkelijke manier om achter er achter te komen of je deze allergie hebt of niet. Zeker omdat het om kinderen gaat. Er zijn inmiddels veel organisaties aangehaakt bij dit onderzoek en dat maakt het extra waardevol,’’ aldus Wim van Harten, voorzitter RvB Rijnstate.
De reden waarom de BAT niet al eerder is onderzocht op zijn klinisch nut bij het opsporen van koemelkallergie, komt door het ontbreken van subsidiemogelijkheden om een dergelijk groot onderzoek naar een diagnostische test te kunnen opzetten. Dankzij de subsidieverlening via de regeling Veelbelovende zorg, is de hoop en verwachting van Ruinemans dat over ongeveer 4 jaar de BAT vanuit de basisverzekering zal worden vergoed.
Voor meer informatie kunt u kijken op de website: www.rijnstate.nl