Omroep Lingewaard

Lingewaards college vindt ‘afwachtende’ opvangvorm voor asielzoekers…

Met de inzet voldoende opvangplaatsen te realiseren en deze eerlijk te verdelen over gemeenten, vroeg het vorige kabinet in 2024 aan Lingewaard 284 asielzoekers op te vangen. Toen de gemeenteraad er in juni over besluiten moest, was de Spreidingswet echter al wankel. Het kabinet dat zich nieuw aankondigde wilde er zo snel mogelijk vanaf. De Lingewaardse gemeenteraad besloot dat af te wachten. Inmiddels is de Spreidingswet er nog altijd, is het de vraag of het zal lukken hem in te trekken, en voldoet Lingewaard al die tijd al niet aan de wettelijke taak. Voor wie straf verwacht is de werkelijkheid dan vreemd: Met een nieuwe landelijke verdeling is Lingewaard gevraagd niet langer 284 asielzoekers op te vangen, maar 75. Al blijft ook dat afwachten. Dus stelt het college nu voor om 200 bedden op te maken in een tijdelijke noodvorm. Dat vraagt namelijk zo min mogelijk van Lingewaardse middelen en voorzieningen, en biedt ook aan onzekerheid onderdak.

In de gemeenteraadsvergadering van juni 2024 wist een meerderheid van partijen elkaar te vinden in de motie ‘Afwachten landelijk beleid’. Het college stelde voor een opvanglocatie voor 300 asielzoekers in de gemeente te realiseren, maar werd naar huis gestuurd met de vraag zich onderzoekend te buigen over alternatieven en gevolgen daarvan. Kon het in kleinschalige locaties worden opgedeeld? Wat zou de vraag zijn als Lingewaard niet voor reguliere, maar voor noodopvang zou zorgen? En wat zijn de gevolgen als de gemeente helemaal niets zou doen?

Dat Lingewaard nu niet langer 284 maar 75 asielzoekers zou moeten opvangen, komt door een nieuw verdeelbesluit van het ministerie. Mede door de Spreidingswet zijn er van de 96.000 plekken die nodig zijn nu 90.000 gerealiseerd of gepland. Minister Faber heeft de 6.000 plekken die nog missen in haar som, opnieuw verdeeld over de gemeenten. De minister heeft de provincies gevraagd afspraken te maken over de uiteindelijke taakstellingen. Het feit dat het nu om nog slechts de ‘restopgave’ gaat van de eerdere verdeling, zorgt ervoor dat gemeenten die toen niets deden nu een flink kleinere taak krijgen.

Tegen deze nieuwe sommen zijn de nodige bezwaren gemaakt. Gemeenten die eerder niets deden worden daar nu voor ‘beloond’. Het kan zijn dat die bezwaren aanleiding zijn de verdeling nog eens te veranderen. Verder houdt de minister vast aan 96.000 opvangplekken in Nederland, maar dan moet de toenemende instroom wel worden geremd. En het getal van 90.000 plekken die al gerealiseerd of in planning zijn, is een inschatting. Niet van al die geplande projecten is zeker of ze doorgaan. Daarom wordt er op het ministerie momenteel nog ‘nagerekend’.

Lingewaard moet dus voor 75 opvangplekken zorgen, met een redelijke kans dat dat aantal nog zal veranderen en de verwachting dat de Spreidingswet de komende jaren zal blijven wankelen. Het college ziet nu in een noodopvanglocatie voor 200 asielzoekers het meest realistische scenario. Als het namelijk 75 reguliere opvangplekken zou realiseren, draagt de gemeente zelf de kosten en is zij verantwoordelijk voor bijvoorbeeld beheer en beveiliging van de locatie en begeleiding en huisartsenzorg voor de bewoners. Vanaf 200 plekken is dat als het om een noodlocatie gaat aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Voorts verschaft de gemeente zichzelf ruimte om in te spelen op veranderend beleid, aangezien een noodlocatie voor in dit geval maximaal 2 jaar kan worden gerealiseerd. En omdat de gemeente met 200 plekken meer zou opvangen dan nu van haar wordt gevraagd, kan de taak groeien zonder de situatie te hoeven aanpassen.

Een ‘noodopvanglocatie’ betreft een opvanglocatie die door het COA wordt ingezet als er een tekort is aan reguliere opvangplekken. Asielzoekers verblijven er tot zij in een AZC terechtkunnen. Omdat zo’n noodlocatie tijdelijk is en van lagere kwaliteit, kan het sneller worden gerealiseerd dan een reguliere locatie. Wel zijn er minder voorzieningen en zullen de bewoners komen en gaan.

In principe mag het college besluiten nemen over dit vraagstuk zonder daarbij de gemeenteraad te betrekken. Toch ziet zij het als een te ingrijpend besluit met een zodanige maatschappelijke impact, dat zij het aan de raad voorlegt. Na verdere uitwerking ervan neemt het college eind april een definitief besluit over het voorstel dat zij aan de raad zal doen. Na een aanloop van debatten in mei, zal de raad er begin juni namens de Lingewaardse kiezer over stemmen. Om inwoners, (wijk)organisaties en overige partijen te informeren zal het college een communicatieplan opstellen. Later zal blijken welke ruimte zij nog laat voor meer dan de gebruikelijke inwonerparticipatie bij vergunningverleningen.

– Door de Politieke Redactie –