Voor mijn gevoel redelijk vroeg zijn deze week de eerste schermutselingen in de knikker-arena uitgewisseld. Spontaan dagen concurrenten elkaar uit en worden spelregels gedecideerd afgesproken. De waarde van de onderscheiden soorten in het knikkerlegioen wordt na gemeen overleg bepaald en dat sluit misverstanden volledig uit.
De allesoverheersende afspraak is het wel of niet “houwes” van knikkers, die door niet toereikende behendigheid van eigenaar dreigen te gaan wisselen. Zelden komt over de afspraak ruzie. Kinderen zijn sterk in het op-’t-oog-inschatten van de sterkte, de getructheid of behendigheid van de tegenstander in het bijna op leven-en-dood-spelletje.
Ik pikte deze week enige afdoende argumenten op. Grootte telt niet, leeftijd ook niet, nee: “Kijk met hem uit, want hij is een geluksvogel”, was een waterdicht argument. Puur de vermoede bedrevenheid in het edele aantik-kuiltjes-spel is doorslaggevend voor de uitdaging.
Onze generatie had het over “glaozere” knikkers en “pottebakkers”. De ordinaire in de zon “gebakken” knikkers waren kwalitatief ontegenzeglijk minder, maar, zo weet ik me te herinneren, hadden iets van dat tedere, natuurlijke en passend bij onze arbeidende klasse. Die meertellers riepen een zekere afstand in status bij mij op: dat dubbeltje wat nooit een kwartje werd.
Van rang- en standsverschil maakte ook het “knikkerbuuleke” gewag. Mijn “draagtas”, gevuld met de eerder omschreven familie der knikkers, was een in der haast onder de naaimachine gelegde lap, die tot “knikkerbuuleke” was gepromoveerd. Drie keer stikken en de knikkertas was er, maar het arbeidersniveau straalde eraf!
Wat luxueuzer was het washandje, dat met een stuk aangebracht elastiek een hechte burcht vormde om de schat te bewaken en te bewaren. Er werd heel wat afgeteld om op elk willekeurig moment de thermometer op te maken en daarmee het moment van vertrek vanuit de arena te bepalen.
Het speelterrein was geen prefab-tegel-“kuuleke”, maar een met de hak van de klomp in de grond gemaakt kuiltje, zonder verdere accommodatie. Dezelfde klomp, waarmee onvermoede geschillen direct werden beslecht!
Piet Driessen, DNK, 5/2/1998 (herh. 16/12/19