Brrrrr koud. Elk jaar weer merk ik dat de winterse temperaturen niks voor mij zijn. Daar waar veel mensen reikhalzend uitkijken naar schaatsen op natuurijs en de jaarlijkse wintersportvakantie kan het voor mij niet snel genoeg lente worden. Zelfs nu ik deze woorden typ zit ik lekker onder een warme fleecedeken op de bank.
Toen het noorden van ons land nog niet zo lang geleden bedekt was onder een laagje ijs, de mensen op straat konden schaatsen (straatsen) en er in een groot deel van Nederland een mooie witte deken uitgespreid werd leek opeens het hele nieuws in de ban te zijn van deze gebeurtenissen. We konden de tv niet aanzetten of we werden wel overladen met bakken ijs en sneeuw. Figuurlijk dan. Foto’s en beelden van schaatsende mensen en sneeuwpret. Bevroren planten, besneeuwde velden je kon het zo gek niet bedenken. Ondanks dat we in Lingewaard niks van dit alles hadden meegekregen, raakten we toch letterlijk ondergesneeuwd door al deze winterse taferelen.
Sommigen van ons bekeken de beelden met enige opluchting. “Gelukkig kunnen we hier nog normaal over straat”. Anderen waren een beetje jaloers op de winterpret die men elders in het land beleefde.
Ikzelf werd er eerlijk gezegd een beetje moe van. We wonen met zijn allen nu eenmaal in een land waarbij het weer nogal eens wat extremen laat zien. Dan is het weer veel te warm voor de tijd van het jaar, dan weer te nat, of juist te droog. Steeds weer wordt de spanning opgevoerd of we nu wel of niet een weerrecord zullen gaan verbreken en zo ja, in welke plaats dit dan zal gaan gebeuren.
Afgelopen week was er ook de bijna jaarlijkse terugkerende strijd van het houden van de eerste schaatsmarathon op natuurijs. Dagen- en nachtenlang zijn de ijsmeesters (overigens allemaal mannen maar dit terzijde) in de weer geweest om het ijs goed genoeg te krijgen en zo de eer binnen te kunnen slepen van die zo gewilde eerste marathon. Haaksbergen ging er dit jaar met de eer vandoor.
Wat me opviel is dat ik gedurende deze strijd niemand heb horen vragen naar de kosten van dit alles. En wie het allemaal moest gaan betalen. De inwoners van Haaksbergen waren voornamelijk trots dat het hen gelukt was om deze wedstrijd weer eens binnen te slepen. Het plezier van de sport stond voorop en de publiciteit die Haaksbergen hiermee kreeg zorgde bijna zeker voor de nodige extra toeschouwers alsmede voor nog meer naamsbekendheid. Allemaal punten die blijkbaar zwaarder wogen dan de kosten die het evenement met zich meebracht.
Sinds men de Giro naar Lingewaard wilde halen tot aan nu bekend is dat is dat dat uiteindelijk ook gelukt is, gaan er in onze gemeente al stemmen op of dit nu wel zo nodig is. “Kan het geld niet beter in de breedtesport worden geïnvesteerd? “ En vragen als “Gaat het ons inwoners niet alleen maar geld kosten zonder dat het wat oplevert?”
Het antwoord van wethouder Janssen op deze vragen was kort maar duidelijk. “De doorkomst van de Giro d’Italia op 8 mei door Lingewaard kost de gemeente alleen het afsluiten van wegen, neerzetten van dranghekken en ambtelijke uren voor hand- en spandiensten. De verplichting om geld bij te dragen is tot nu toe niet op tafel gekomen” zei hij recentelijk. Ook de politie-inzet wordt volgens hem door het organiserend comité betaald.
Lijkt me duidelijk. Maar goed, het is nog lang geen 8 Mei. Inmiddels is al wel bekend gemaakt dat er in aanloop naar de wielertocht allerlei activiteiten plaats zullen/kunnen gaan vinden in onze gemeente. Hoe en of men hier aan deel wil nemen mag ieder voor zich uitmaken en zo dus ook het feit of men hier wel of geen geld aan uit wil geven.
Het is pas Januari maar ik verwacht in ieder geval wel dat de berichtgevingen in de regionale pers de komende maanden langzaam van winters wit over zullen gaan naar voorjaars roze.
En ik hoop daarbij van harte dat we als inwoners van Lingewaard, net als de inwoners van Haaksbergen, met zijn allen trots kunnen zijn op het binnenhalen van dit sportevenement. En dat we achteraf zullen zeggen dat het een goede keuze was. Eentje die ons op sportief, toeristisch maar vooral ook op financieel gebied geen windeieren heeft gelegd.
Voor nu kruip ik nog even fijn onder mijn warme deken en ik hou daarbij mijn roze bril ook nog maar lekker even op. Al was het alleen maar omdat de wereld er, bekeken door een roze bril, in ieder geval een stuk kleurijker en warmer uitziet.
Fijn weekend allemaal
Joyce Derksen