Uit een benchmark personeel is gebleken dat de gemeente Lingewaard haar taken met minder personeel moet uitvoeren dan vergelijkbare gemeenten. De organisatie bevindt zich daarom in een kwetsbare positie, wat wordt bevestigd door hoog ziekteverzuim. Het college vraagt de gemeenteraad daarom om keuzes te maken.
De gemeentelijke organisatie ervaart al jaren een hoge werkdruk. Om dit te kunnen objectiveren heeft Berenschot een benchmarkonderzoek gedaan naar de formatie in relatie tot het werkpakket. De formatie van Lingewaard is daarbij vergeleken met zestien andere gemeenten met een gelijk aantal inwoners en vergelijkbare sociale structuur en centrumfunctie.
Resultaten onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat Lingewaard voor een vergelijkbaar takenpakket 7% (12,5 fte) minder formatie inzet dan vergelijkbare gemeenten. Het betreft hier formatie voor uitvoerende en ondersteunende taken die niet zijn uitbesteed of verzelfstandigd. Lingewaard zet met name op uitvoerende taken en taken in het primaire proces minder formatie in.
Vervolgens is gekeken naar factoren die van invloed zijn op de formatie, zoals omgeving, ambitie, kwaliteits-/dienstverleningsniveau, organisatiemodel, historie en kosten. Lagere formatie
is in sommige gevallen een gevolg van bestuurlijke keuzes (bijvoorbeeld om op onderdelen nog geen nieuw beleid te ontwikkelen). In combinatie met een steeds sneller veranderende omgeving, toenemende complexiteit van het werk en uitbreiding van taken bevindt de organisatie zich in een kwetsbare positie. De lagere formatie veroorzaakt op meerdere plaatsen knelpunten wat kan leiden tot bijvoorbeeld ziekteverzuim of niet actueel beleid.
Keuze tussen ambitie of formatie
Met dit inzicht kan het college een goed onderbouwd voorstel doen over de uit te voeren taken en de daarvoor benodigde formatie. De raad zal bij de behandeling van de Kadernota 2017 worden gevraagd om keuzes te maken: extra formatie, welke taken wel/niet, wanneer en hoe taken uitvoeren en de risico’s daarbij.
Verdere aanpak
Het management werkt op dit moment aan duidelijke afspraken onderling en met het college waardoor verwachtingen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk worden. Om het ziekteverzuim per 1 januari 2017 terug te brengen tot ‘normaal/gemiddeld’ worden zieke medewerkers intensiever begeleid door leidinggevenden en wordt actiever gezocht naar tijdelijk alternatief werk. Ook zullen leidinggevenden zich richten op signalen van eventuele werkdruk om verzuim te voorkomen.