Nog nooit was hij zo aanwezig in het landschap als dit jaar: de ooievaar! Wanneer je over de Lingewaardse dijken langs de uiterwaarden rijdt, is de kans groot dat je een of meer van deze –sterk tot de verbeelding sprekende- vogels ziet lopen. Kende ik vroeger de ooievaar alleen van foto’s uit de biologieboeken van ‘meester’ Gerrit Jansen, nu zie ik ze regelmatig in levende lijve in onze uiterwaarden.
Met weinig vogels heeft de mens zo’n sterke band als met de ooievaar. Het is dan ook de enige grote en opvallende vogelsoort die al sinds mensenheugenis dorp, stad en veld met zijn aanwezigheid opfleurt, en bij voorkeur menselijke bouwsels als broedplaats verkiest. Volksverhalen over de ooievaar als brenger van geluk en nieuw leven maken duidelijk dat het een graag geziene gast is. De oorspronkelijk in Nederland broedende ooievaars waren trekvogels, die van maart tot september in ons land verbleven. Ze leefden vooral van muizen, regenwormen en grote insekten. De ooievaars uit het westen des lands overwinterden in de savanne van West-Afrika, die uit de noordelijke landsdelen vooral in Oostelijk Afrika, van Kenya tot in Zuid-Afrika. Midden jaren ’70 was de ooievaar zo goed als verdwenen uit Nederland. Voor Vogelbescherming Nederland was deze enorme afname de reden om in 1969 een reddingsprogramma te starten, en met succes. In 2000 broedden er 396 paren in ons land, in 2007 waren er 600 paren, in 2012 800-900 paren.
Vanuit de speciale ‘ooievaars-buitenstations’ weten ooievaars zich weer te redden en worden ze steeds minder afhankelijk van de buitenstations. De toekomst voor de ooievaar lijkt daarmee, althans voorlopig, veilig gesteld.
Maar, kunnen we nu concluderen dat de ooievaar in Lingewaard terug is?
Volgens Gerrit Jansen moeten we voorzichtig zijn met deze conclusie. Lingewaard is als een van de laatste gebieden in onze regio gekoloniseerd. Aan de overkant van de Rijn, in de omgeving van Groessen en Pannerden, zijn al jaren ooievaarsnesten. Ook in Driel, Randwijk en in de Ooijpolder zijn al jarenlang nesten.
Het eerste succesvolle nest in Lingewaard was in 2012. Aan de Paddenpoel in Angeren werd toen het eerste jong grootgebracht. Dit jong kreeg de naam 2e624. Jansen heeft daar een fotoboekje over uitgegeven o.a. gesponsord door de gemeente Lingewaard. In 2013 bracht hetzelfde paar 5 jongen groot en kwam er een tweede nest aan de Pannerdenseweg in Doornenburg. 2014 was een rampjaar voor de Lingewaardse ooievaar. Door het slechte weer raakten de jongen onderkoeld en overleefden dit niet.
Dit jaar zijn er voor het eerst vijf nesten in onze gemeente. In Doornenburg is een jongen groot geworden, in Angeren 2. De jongen in het nest bij boerderij het Meer in Angeren en de jongen op het industrieterrein in Gendt zijn vroegtijdig dood gegaan. Het nest in Huissen was wel bewoond, maar werd weer verlaten.
Het is dus duidelijk te vroeg om nu al te roepen dat de ooievaar terug is in Lingewaard. De ooievaars die wij nu zien komen van elders. Zij verzamelen zich voor de trek naar het zuiden.
Bronnen:
Stork: www.ooievaars.eu
Vogelbescherming Nederland: http://tinyurl.com/qhvfpfx
Gerrit Jansen, bioloog: http://www.natuurworkshops.nl
Foto: @ Fons Sluiter