We rouwen al jaren om het vele dat er aan schone bouwwerken in Huissen ten prooi is gevallen aan de ongenaakbare slopershamer. Voortdurend wordt er door cultuurbewakers op gewezen, dat wat eenmaal weg is ook voor altijd weg blijft en nooit meer terugkomt.
De unieke stadboerderij maakte plaats voor een modern zitbankje met nog een onjuist jaartal ook. Buurman “Steijntjes” kon ternauwernood voor de poorten van de slopershel worden weggerukt, Willemsen en Vermeulen zijn althans wat hun schitterende hof betreft verleden tijd. “De Gelderse gevel” behoort zo onderhand ook tot de laatste der Huissense mohikanen. De Markt, nu ook niet meer wat het heet te zijn, werd verknald om op de kleintjes te kunnen letten.
Wie op het grootkapitaal niet hoeft te letten, is geïnteresseerd in kale grond, waarop geen enkel cultuurrest belemmerend aanwezig mag zijn. De stormbal moet weer gehesen worden, er is zwaar weer op til! Er zijn hele boeken vol sterke verhalen verteld, ze zouden kasten kunnen vullen. “Onder de Linden” verdwijnt van het podium.
Projectontwikkelaars zitten met een bult met geld omhoog en vinden alles beter dan een illuster verleden. De zachtfruit-verzamelschuur van Bernd Jeurissen, zijn bruiner dan bruin café, de revolutie-prekende “Wampieclub”, zullen mogelijk slechts via de plaquette met daarop de diepliggende teckel, een plaatsje in onze herinnering krijgen.
Zonder ook maar één snede van een splijtende zaag te hebben hoeven ervaren, zijn de linden nu al balk geworden. “Onder de Linden”, je hoeft niet op enig menselijke clementie te rekenen, het waarschuwend blaffen van Wampie van Wim van Thé ten spijt.
Piet Driessen (DNK, 18/9/1996)