Nuchterheid is mij in grote mate toebedeeld en omdat een zekere vrolijke kijk op de gang der dingen ook mij niet helemaal vreemd is, koppel ik die twee heel functionele eigenschappen somtijds aan elkaar. Vooraf gezegd, word niet boos, hooggeachte lezer, maar kijk als Fons Jansen met gelovige blijheid naar de dingen.
Mijn zorg vooraf gaat nog verder, als ik uit de grond van mijn ruime hart verklaar, dat ik achting heb voor de geloofsovertuiging van eenieder, waarbij ik wel zeg, dat het dan om vaak onwezenlijke bijverschijnselen gaat, waarmee ik grimlachend aan het stoeien ga. Zo’n staaltje lachwekkende kitscherige valse bijkomstigheid deed mij vorige week spontaan in lachen uitbarsten.
Een toch serieuze ANP-nieuwslezer stuurde de vondst de wereld in van een steen, waarop Maria op weg naar veiliger oorden een pitstop gemaakt zou hebben. Ik stelde me voor bij de opgraving aanwezig te zijn geweest en verbeeldde me daarbij het nodige.
Kijk, op de steen waren afdrukken van de zoals bekend goed gevormde billen van Maria nog te zien, her en der verspreid lagen bananenschillen, achteloos door de pick-nickers achtergelaten en dat scheen toen nog te kunnen, want het milieu was nog niet uitgevonden en een aantal afgestreken lucifers, die Josef in zijn opwinding overmatig gebruikte om zijn weigerachtige laatste “Bolknak” brandende te houden.
Op de steen stonden ook de initialen M en J en deze leverden het overduidelijke bewijs van echtheid. Fons Jansen in zijn dagen zou een loei van een draak gestoken hebben met zo’n doldwaze mededeling en zou de zaal volslagen horizontaal hebben gekregen.
Ik weet me in een groot koor van bulderende grijnzers om zoveel doldwaze commercie uit de Israëlische toko. Het zou in deze tijd voor Huissen toeristisch niet onwelkom zijn, wanneer bij het omspitten van de Zuidzijde Loostraat de eerste zak van Sinterklaas of het prototype van de pepernoot werd gevonden. Soms heeft een levensovertuiging zijn echt geinige kanten en lezer, word niet boos, want ik bezie slechts de buitenkant en kan een grimlach niet wegmoffelen.
Piet Driessen in De Nieuwe Koerier van 19/11/1997