We hebben alles geregeld. Maandagmorgen acht uur verschijnt de vuilnisman voor de deur om ons van de meer dan enorme afvalberg te verlossen. Perfect geregeld dus. Eens in de maand verschijnt de wandelclub of een stelletje carnavalisten om zich door het ophalen van oude kranten enigszins te “verrijken”. Perfect geregeld dus.
De “chemocar” komt bijna in de huiskamer de troep ophalen en zo ook de flessencontainer, die op goed gekozen plaatsen in onze gemeente geduldig op de klandizie staat te wachten. Het is niet bepaald een schoonheid in de omgeving, maar dat ik mijn glaswerk op ieder moment van de dag kan lozen, vergoeilijkt al gauw. De populariteit van de glasbak wordt heel eenvoudig aangetoond door de diverse keren, dat de immense ruimte te klein blijkt voor het nog grotere aanbod.
Hoe dan te handelen? Het informatiebulletin van de gemeentelijke voorlichter wijst ons feilloos de weg. “Mocht de container vol zijn, bel dan even de gemeente.” Dat is wel met een kritisch randje omgeven. De ambtenaren komen op maandag pas rond acht uur opdagen en houden zich stipt aan de middagpauzes. Op vrijdag gaan ze al vervroegd met weekend en op zaterdag en zondag maken zij deel uit van een veel groter gezelschap, dat onbereikbaar hoort te zijn.
Nu komt het dus regelmatig voor, dat de containers overvol zijn en milieu-bewuste medeburgers het teveel meegebrachte glas zo maar op de grond achterlaten en zelfs de lege dozen en plastic draagtassen in de omgeving droppen, terwijl binnen een halve meter afstand een heuse afvalbak uitnodigend staat te wachten op de welwillende medewerking van meerderen. Een troep dus!
Topper van de week: een hele voorruit van een auto bleek niet door de container-entree te kunnen en was toen tot verdere vernietiging aangeboden aan de grond naast de glasbak. Garantie voor omkomen in eigen smeer is hiermee gegeven. Dan helpt er geen bak of advies op de kabelkrant. Gevraagd enige heropvoeding!
Piet Driessen (De Nieuwe Koerier, 12/2/1997)