Het is zover. Na ruim twee jaar mag ik vandaag voor de honderdste keer mijn hersenspinsels via het digitale papier delen met alle geïnteresseerde lezers. Voor mij een mijlpaal maar ik wil er verder niet te lang bij stilstaan. Het is immers maar een getal.
Ik kijk maar eens even naar buiten en zie dat het nog steeds grijs en nat is. Het zou zomer moeten zijn volgens de kalender maar daar is nog niet veel van te merken. Ook mijn lijf sputtert een beetje tegen. Mijn hoofd doet zeer, mijn keel voelt als schuurpapier, het water loopt me de neus uit en ik nies me een breuk. De zomerjurkjes hoeven de kast nog niet uit, en het zwembad blijft nog maar even netjes opgeborgen.
De vakantietijd komt eraan. Daar waar we ons vroeger nooit zo druk leken te maken over of het wel veilig was om de wereld over te reizen overheerst nu het gevoel van angst en onrust. Kunnen we nog wel met een gerust hart gaan vliegen? Hoe veilig is het op de vliegvelden in en buiten Europa? Kunnen we nog wel onbezorgd op een strand gaan liggen, zonder bang te hoeven zijn voor personen met lugubere plannen? Is het wel verstandig om met de auto te reizen naar landen via welke de vluchtelingen “reizen” op zoek naar een beter bestaan? Hoe gaat het bij de grenzen? Worden we daar geconfronteerd met maatregelen m.b.t die vluchtelingenstromen? Kunnen we de grote steden nog wel bezoeken, ergens op een terrasje gaan zitten zonder bang te hoeven zijn voor terroristische praktijken?
Allemaal dingen waar we bewust en onbewust mee bezig zijn tijdens het uitzoeken van de vakantiebestemming en het plannen van dagtripjes en excursies.
Soms denk ik weleens dat de wereld veel beter af zou zijn geweest als het internet nooit uitgevonden zou zijn. Als er geen wereldreizigers zouden zijn geweest die op zoek gingen naar nog onontdekte plaatsen. Want was ons leven niet onbezorgder toen we niet wisten van het bestaan van andere culturen en leefgewoontes. Zou” de arme boer” niet gelukkiger zijn geweest als hij nooit had geweten dat er ook nog een andere wereld was, daar waar mensen in luxe leefden.
We laten ons geluk vaak afhangen van wat we hebben door het te vergelijken met het bezit van anderen. Kunnen we nog tevreden zijn met wat we hebben als er om ons heen mensen zijn die meer bezitten en het financieel beter hebben?
In de tijd voordat ik kinderen had, wilde ik de wereld ontdekken. Andere landen zien. Me onderdompelen in andere culturen en genieten van de vaak nog ongerepte natuur aldaar.
Tijdens deze vakanties werd soms pijnlijk duidelijk hoe de verhoudingen lagen tussen onze “rijke” westerse wereld en de bevolking ver weg van ons toen nog onbezorgde leventje.
Zo waren we halverwege de jaren negentig op vakantie in de Domincaanse Republiek. Onze auto hadden we voor een kleine twee weken op Schiphol geparkeerd. Het geld dat we daarvoor moesten betalen hadden we bij ons zodat we bij terugkomst direct konden afrekenen en vertrekken. Toen we een keer bij de receptie stonden om iets te betalen viel er een dubbeltje (jaja het was nog de goede oude guldentijd) uit de portemonnee. De receptioniste raapte het voor ons op en bekeek het aandachtig. Ze vond het een leuk muntje en wilde weten hoeveel het waard was. We rekende het om voor haar. Ze gaf ons het dubbeltje terug en zag het mooie gekleurde geld in onze portemonnee zitten. Ze vond het geweldig en vroeg ons wat het groene brief je van vijf waard was en het blauwe tientje. Gaandeweg kwamen de grote biljetten voor het parkeren van de auto voor de dag. Terwijl ze deze briefjes even vasthield en bekeek rekende we om wat dit ongeveer waard moest zijn. Toen ze het bedrag hoorde liet ze van schrik het geld vallen. Het bedrag dat wij heel nonchalant in onze portemonnee hadden zitten, was ongeveer een heel maandloon voor deze receptioniste. Op dat moment was er een ogenblik van diepe schaamte. Wij parkeren onze auto om op vakantie te gaan voor een bedrag waarvoor zij een hele maand keihard moest werken. Wat zij op dat moment gedacht moet hebben weet ik niet maar ik voelde me erg opgelaten.
Natuurlijk zijn de culturen en levenstandaarden niet met elkaar te vergelijken.
In 2003 waren we op rondreis door Brazilië. We kochten daar bij een markt op een terras een flesje cola. Omgerekend kostte dit flesje 10 Eurocent. Een schijntje. Er werd ons expliciet gezegd dat we geen fooi mochten geven ook al was de verleiding nog zo groot. Want als de toeristen fooi geven werd dat binnen de kortste keren ook van de lokale bevolking verwacht en deze konden dat gewoon niet betalen. De mensen daar waren nog niet “verpest” door de Westerse gewoonten zo werd ons verteld. Ze wisten niet beter.
En dat bedoel ik dus een beetje met mijn verhaal uit het begin van dit relaas. Zouden we niet hebben geweten van het bestaan van andere culturen, andere volkeren en andere landen, dan zouden zij ook niet van ons af hebben geweten. Dan zou eenieder gewoon zijn eigen leven leiden en er min of meer vrede mee hebben. Dan zouden er misschien geen hele volksstammen hiernaartoe komen omdat het bij ons nu eenmaal beter is. Zouden er wellicht geen oorlogen zijn geweest om gebieden te veroveren. Zou er hoogstwaarschijnlijk geen slavernij zijn geweest. Geen hebzucht, geen afgunst, geen verwoesting van natuur en mensenlevens
Misschien zou de wereld er beter uit hebben gezien als we onwetend waren geweest.
Maar feit is dat we al lang niet meer onwetend zijn. We weten veel. Soms teveel en we weten het vaak allemaal beter.
Ik verlang nog weleens terug naar de tijd dat we onbezorgd de wereld over konden reizen. Nieuwe landen en culturen konden ontdekken. Zonder al teveel voorkennis.
Dit jaar wordt het Kroatië. Het land dat ooit deel van Joegoslavië was. Ooit toen men nog onwetend was en ieder zijn eigen vredige leventje leidde.
En volgend jaar? Dan zet ik mijn zinnen denk ik maar eens op het land van ooit. Ik hoop dat het ergens te vinden is, want ooit was de wereld een mooie plaats.
OOIT……………
Dit was hem dan. De honderdste. Ik poog met mijn columns mensen aan het denken te zetten. Soms middels een serieuze noot, soms middels een aantal vette knipogen. In de hoop dat de stukjes met plezier gelezen worden. Dan is mijn missie in ieder geval geslaagd. Zo, en nu ga ik heel even genieten van deze mijlpaal. En morgen? Dan ga ik weer nadenken over mijn stukje voor volgende week. Op naar de volgende mijlpaal.
Fijn weekend allemaal.
Joyce Derksen