Sint is niet kapot te krijgen
De ontnuchtering was groot, toen Sint en zijn Pieten aan het eind van een ongetwijfeld voor het trio inspannende dag met een onverantwoord promillage bij ons thuis binnenzeilden en daardoor op hetzelfde moment hun geur van echtheid op de tocht zetten. Toen ik later zelf in de rol van “schijnheilige” werd gedrongen, maakte ook ik net dat “missertje”, dat de zelf aangemeten kroon (of liever mijter!) van het hoofd stootte en toch… hij bleef rotsvast in zijn waardigheid. De bloeddruk loopt ook vandaag nog bij hele volksstammen “gelovigen” tot onverantwoorde hoogten op, als 6 december te traag nadert.
Wie gelooft is met geen enkel bewijs, hoe overtuigend en werkelijkheidsgetrouw ook, van zijn of haar stuk te brengen. Tientallen door de straten en winkels crossende copieën van de enig echte goedzak uit Myra zijn in staat het bestaan te ontkennen. Was in mijn jeugd de “verschijning” van de achttien-karaats Goedheiligman zijn aanwezigheid op de school, voor nu moet de Sint eerst door het TV-beeld geschreden of gegaloppeerd zijn. Wat hebben ze het toch moeilijk gehad, toen de kindervriend (voor rijmelaars kindervrind) al in de eigen omgeving was gesignaleerd alvorens hij de beeldbuis had beklommen.
Met een bewonderenswaardige vindingrijkheid blijven ouders ook nu in hun “belazerende rol” en bedenken zij ook nu nog velerlei aan de tijd aangepaste variaties op de kloppende buurman, de ene en enige zwarte handschoen, de wortel die de volgende morgen het totaal in de kist weer op het oude peil had gebracht, de vingerafdrukken als blijvend bewijs van een greep in de nog smeulende asla. Het heet allemaal anders, maar de aanzetter tot de gevariëerde leugentjes om bestwil bleef dezelfde.
De doe-het-zelver heeft wel flink aan terrein ingeboet. De trui in het zwart en rood was door de vaardige breihanden van Sint Clasina omgetoverd tot een brouwsel in rood en zwart, de binnenkant van de tot vervelens toe gedragen jas mocht het daglicht gaan aanschouwen en weer een jaar lang was ik bouwheer van de meest ingenieuze bouwwerken met materiaal dat bestond uit lege garenklosjes, een jaar lang onopgemerkt door de vervooruitziende Sint gespaard.
Die kans op het etaleren van bijzondere creatieve gaven wordt de “acteurs” van nu ontnomen, een videoinstallatie stuur je niet op herhalingsoefening, met platenspelers torn je evenmin en bromfietsen laten zich onder een allesvastpinnende naaimachine niet herscheppen.
En toch… was het ontroerend hoe vrijdag zo’n ukkie, nog helemaal in de rol, uit volle borst midden in de drukke Langestraat de liedjes meezong, die door de stadsluidspreker galmden. Moeder mocht nou gerust even alleen winkelen. Zijn hondje luisterde ingetogen naar z’n “geloofsbelijdenis”, deze keer gezongen.
Piet Driessen (DNK, 4/12/1985)