Zo heel rijk aan monumenten is Huissen niet. Een enkele plaquette verwijst naar een historisch dieptepunt, maar daar blijft het dan ook zo ongeveer bij. Kunstwerken in overvloed, van Bloemenmeisje aan de dijk tot Witlof aan de Karstraat, maar je mag daar met de beste wil van de wereld niet van monument spreken. Dus neem ik de toevlucht tot een veel sprekender monument en daaraan voldoet de enige echte Huissense bloemenman Bart Straatman.
Waar andere bloemenversierders hun neringdoende vleugels allang uitstaken naar een steeds grotere verkoopkas of zelfs een hele verkoopstraat is de mannelijke editie van het Huissens bloemenmeisje zichzelf gebleven. Als onafscheidelijke maat is hij zijn bakfiets trouw gebleven.
Toegegeven, zijn assortiment is beperkt, maar kies gekozen. Hij past zijn voorraad aan, wanneer de jaarcyclus dat eist. Gladiolen bij het wandelen, moederdag krijgt een lieve ruiker en het meest rotsvaste monument wordt opgericht als de dag van 2 november nadert.
Dan neemt Bart als een held, die zijn plaats op de sokkel kent, zijn rotsvaste plek in onder de toren van de stadskerk. Met een ingetogen vroomheid nodigt hij de aspirantkopers uit zijn uiterst primitief, maar perfect geordend bloemencentrum met een bezoek te vereren.
Hij heeft niet alleen ambulant, maar ook daar onder de toren na jarenlange trouwe dienstverlening een stevige cliëntele aan zich verplicht en is niet alleen geïnteresseerd in de koopgretigheid van de bezoekers aan zijn fleurencentrum, maar heeft met een hoog attentiegehalte oor voor de privé-omstandigheden van al zijn fans, met een zakenmansgevoel, waarvan menige grootgroener nog vrijwel alles zou kunnen leren.
Piet Driessen (DNK, 5/11/1997)