ANGEREN – Archeologen hebben in Angeren ongeveer 7000 jaar oude resten gevonden van jagers en verzamelaars en de eerste landbouwers. De vondst werd gedaan bij werkzaamheden voor de doortrekking van de A15.
Archelogen vonden eerder al een compleet Romeins dorp, nu zijn ze dus gestuit op nog oudere vondsten. Een unieke vondst voor Gelderland en een zeldzame voor Nederland, zo beschrijft archeoloog René Isarin de opgraving bij Angeren.
De archeoloog van Rijkswaterstaat is een man die uren vol passie kan vertellen over zijn vak en over de verhalen die horen bij de vondsten. “Daar achter de witte zakken staan liep de feitelijke rivier en hier zitten we op het zand, eigenlijk de oeverzone, van de toenmalige Rijn.”
Bekijk de beelden. De tekst gaat daaronder verder.
Nog enthousiaster wordt Isarin als hij zakjes met op het oog stukjes grind en gruis laat zien. Het gruis blijkt stukken vuursteen, die gebruikt werden om gereedschap en wapens van te maken. De grindstukjes zijn eigenlijk de eerste vorm van aardewerk. Die twee vondsten horen eigenlijk niet zo bij elkaar.
‘De derde revolutie’
Koolstofdatering op eerdere vondsten laat zien dat deze plek zevenduizend jaar geleden een agrarische revolutie onderging. In de geschiedenisboeken staat dat de mens eerst bestond uit groepen jagers en verzamelaars en later zich vestigde en ging leven van het land. Hoe die overgang precies van het een naar het ander ging is onduidelijk. De vondst in Angeren kan daar licht op schijnen. “Juist op deze plek lijkt het erop, is het zo, dat we die overgang precies te pakken hebben. Dat is heel bijzonder.”
“Het beheersen van het vuur, de uitvinding van het wiel en dan is de overgang van jager-verzamelen naar op een plek wonen en boer worden misschien wel de derde revolutie in de mensheid. Dat wij dat hier op het tracé van de A15 op het platteland vinden is wel heel bijzonder.”
De archeologen wisten dat deze plek kansrijk was door de ligging. Een rivierbedding enerzijds, een zandvlakte aan de andere kant. “Dat zijn aantrekkelijke plekken om te blijven. Je kan zowel vissen en van het water leven als van de bossen. Die plekken waren toen geliefd en als je kijkt naar een plek als Oosterbeek zijn ze dat nu nog.”